MENU

Indonesië deel 3: Het mooiste deel van onze reis

Na een paar mooie dagen met de hele familie, gingen we in 3 groepen uit elkaar. In deze blog kun je lezen wat we met onze groep beleefd hebben.

Naar Sermarang

Donderdag 20 juli

Nadat we als groep uiteen waren gegaan, reisden Timon en ik met een zus van hem en zijn gezin; een broer met zijn vrouw; en een andere broer verder. We reden naar Semarang. De rit duurde de hele middag. Eenmaal bij ons hotel aangekomen, zochten we gelijk waar we konden eten. Het was al 7 uur en we moesten nog avondeten. We besloten hiervoor naar een winkelcentrum in de omgeving te gaan.

Van Java naar Kalimantan

Vrijdag 21 juli

In de ochtend vlogen we naar Kalimantan. Daar aangekomen hadden we onze eerste en enige regenbui in Indonesië. Het regende goed door, maar net even wat minder toen we uit het vliegtuig stapten. Bij het uitstappen kregen we nog wel paraplu’s aangeboden om mee van het vliegtuig naar de luchthaven te lopen. Eenmaal weer uit de luchthaven moesten we op zoek gaan naar wie ons verder zou brengen. Dit bleek nog wat onduidelijk. De mensen die buiten met auto’s en busjes klaarstonden leken niet te weten met wie we mee moesten. Wat later werd dat gelukkig wel duidelijk en konden we verspreid over meerdere auto’s verder reizen.

Het voelde allemaal wat vreemd. Was alles wel goed geregeld? Kwamen we wel uit waar we moesten zijn? We stopten in een straat waar geen water te zien was, terwijl we met een Klotok boot verder zouden reizen. Daar werden we tussen een gebouw geleid, die aan het water bleek te staan. We moesten over en door verschillende Klotokboten, om bij onze Klotok te komen. Hier voelden we ons al snel op ons gemak. Het deel van de reis waar we het meest naar uit hadden gekeken, was aangebroken; varen door de jungle!

Varen door de jungle

Vrijdag 21 juli – maandag 24 juli

Alle maaltijden vonden vanaf nu op de boot plaats. Wij als groep leefden op het dek en het personeel in de boot. Het personeel maakte het eten klaar en zette het vervolgens bij ons op tafel. Dit was telkens weer net wat anders en elke keer weer lekker. Er was heel veel wat ik niet kende. Zo at ik hier mijn eerste drakenfruit. Na het eten werd de tafel afgeruimd door het personeel en wasten ze alles in boot af. Tijdens het varen zagen we bij andere boten dat de afwas in het water van de rivier waar we doorheen voeren werd gedaan. Dat zal bij onze boot vast ook het geval zijn geweest. Er was maar een beperkte tank water op de boot aanwezig en drinken deden we altijd uit flesjes.

Voor de wc moesten we met een trapje naar beneden. Het was een plek waar je vooral niet te vaak en te lang naartoe wilde. Een van onze groepsleden zei zelfs zijn ontlasting te hebben ingehouden tot we weer in een hotel waren. Er bleek iets van een douche, maar geen van ons durfde het aan om daar te douchen. We waren dus heel blij dat we na drie dagen op de boot weer in een hotel konden douchen. Dit was des te meer het geval, omdat we ons elke dag insmeerden met zonnebrand en meerdere keren op een dag met anti-muggenspul. In de nacht waren vooral ontelbaar veel muggen, dus dat was geen overbodige luxe.

In de avond werd de eettafel opzij geschoven en werden de matrassen, waar we overdag op zaten, opgemaakt voor de nacht. Dit vond telkens vrij laat plaats, waardoor we het de laatste nacht zoveel mogelijk vast klaar hadden gelegd. Zolang alles nog niet klaar lag konden de kinderen namelijk niet naar bed. Overdag sliepen Benjamin en zijn nichtje nog wel eens achter op het dek. Het was toch telkens lastig om hier een goed moment voor te vinden, omdat we elke morgen en middag de boot uit gingen.

Elke dag bezochten we locaties waar orang-oetangs te eten kregen. Dit bleken toeristische plekken met banken, waarop je zittend kon kijken hoe orang-oetangs aten. De eerste dag hadden we vanaf de boot nog geen apen gezien. Na de eerste nacht werden Benjamin en ik eerste wakker, omdat Benjamin wakker was geworden en ik hem hoorde. Ineens zag ik apen in de bomen! Heel indrukwekkend, zo vanaf de boot! Het voelde een stuk indrukwekkender dan bij de voedingsplekken waar we geweest waren. Al snel zagen we meerdere soorten apen. Geen orang-oetangs, maar juist allemaal andere soorten. Langzaam werd iedereen wakker en keken ze allemaal vol bewondering rond. Vanaf dit moment zagen we ook overdag af en toe apen vanaf de boot.

Wat ik ook erg mooi vond waren alle insecten die we zagen. Prachtige grote vlinders, maar ook grote mieren, bijzondere spinnen, andere onbekende insecten en een bidsprinkhaan. Daarnaast zagen we incidenteel mooie vogeltjes en in het water zagen we Monitor Lizards.

De laatste dag bezochten we een dorpje, dat aan het water lag. Het was een rustig dorpje, met een brede rechte weg, met daar langs wat huisjes. Er liepen kippen, hanen en kuikentjes, maar net als in de rest van Indonesië ook veel zwerfhonden. Er zaten mensen bij hun huis en er zwommen wat kinderen in het water. Verder was het er heel stil. Die avond hadden we een nachtwandeling. Ons werd geadviseerd om dichte kleding aan te doen, maar onze gids liep gewoon in korte broek op slippers. Deze wandeling was een leuke toevoeging, want we zagen tijdens deze wandeling in de nacht net weer andere beestjes als overdag.

Kalimantan – Java – Kalimantan

maandag 24 juli

Na 3 nachten op de boot kwamen we weer aan land. We werden opgehaald met auto’s en naar het vliegveld gebracht. Daar moesten we eerst naar Surabaya, op Java, vliegen, om vervolgens dezelfde dag weer naar Banjarmasin, op Kalimantan, te vliegen. Een directe vlucht was helaas niet mogelijk. Dit reizen nam de hele dag in beslag. Deze dag waren we 3 jaar getrouwd. Dit hebben we uiteindelijk niet meer specifiek gevierd. Een nieuwe gids haalde ons van het vliegtuig en bracht ons naar ons hotel. Toen we eenmaal in ons hotel aankwamen was het al 9 uur. Timon leek het leuk om eten in ons hotelkamer te laten serveren. Vooral omdat het onze trouwdag was. Ik vond dat Benjamin naar bed moest en was zelf ook behoorlijk moe, dus zijn we uiteindelijk zonder avondmaaltijd gaan slapen.

Banjarmasin

Dinsdag 25 juli

Deze ochtend moest je vroeg op, wanneer je mee wilde met de eerste activiteiten. Het leek te vroeg voor Benjamin, na zeker minder slaap dan normaal, op de boot. Benjamin had tijdens de laatste vlucht overgegeven en had inmiddels twee ontstoken ogen. Daarnaast vonden we de activiteit niet zo geschikt voor Benjamin. Timon ging wel, maar ik bleef met Benjamin bij ons hotel. Ze gingen namelijk naar een drijvende markt, waar groente, fruit, vis en vlees werd verhandeld, en naar een apeneiland. Dat klinkt heel leuk voor Benjamin, maar we waren bang dat hij apen hierna minder leuk zou vinden. De apen kwamen hier namelijk naar mensen toe. Als je ze eten gaf, dan kwamen ze ook op je zitten. Op dit eiland wonen alleen apen, maar er komen elke dag mensen naartoe. Er was een tempel, om offers te brengen aan de apen.

Benjamin werd alsnog vroeg wakker. Het kostte even voor hij zijn ogen open kreeg. We gingen samen naar de ontbijtzaal, maar eigenlijk hoefde Benjamin niets. We gingen weer naar boven en wachtte daar op Timon. Met hem gingen we nogmaals naar de ontbijtzaal en daarna nog snel even zwemmen.

De mooiste plek van onze reis

Dinsdag 25 juli – donderdag 27 juli

Na het zwemmen moesten we inpakken en vertrekken. We reisden met een busje naar Loksado. Onderweg stopten we bij een plek waar ze met edelstenen sieraden maken. De uitleg was, net als bij onder andere de zilversmid, kort. Dit uitje leek er weer vooral op gericht dat we iets zouden kopen. Daar hadden we allemaal geen belangstelling voor, dus dat voelde vooral erg ongemakkelijk. We lunchten onderweg in een restaurantje die ik eigenlijk niet fris vond ruiken. Het eten was er wel prima.

Tegen het einde van de dag belande we bij onze slaapplek. “Eenvoudig, maar schone kamers”; schreef onze reisorganisator hierover. Het bleek de mooiste locatie van de hele vakantie. Er waren allemaal kleine huisjes, in enkele straatjes aan elkaar, met vooral veel ruimte hier omheen. De huisjes waren misschien eenvoudig, maar wel heel idyllisch en natuurlijk. Ik had er zo langer willen blijven. Een paar meter van ons huisje stroomde een rivier. Hier zijn we gelijk even gaan spelen. Er was een soort strandje bij het water, met stenen in alle soorten en maten. Het water was heel fijn om je even in op te frissen. 2 familieleden doken er gelijk helemaal in.

Veel opties in de buurt, om ergens te eten, leken er niet te zijn. De gids bracht voor de eerste avond het avondeten. Ook het ontbijt van onze twee nachten hier nam hij regelde hij. We aten bij de tafels die in de binnenplaats van ons overnachtingsverblijf stonden. Het was heel fijn om zo op de binnenplaats rond te lopen. Naast de mooie grote houten tafels waar we aan aten, waren er verschillende leuke plekjes om te zitten. Het fijnst vond ik het toch wel, om bij het water te zitten.

De volgende dag ging Timon met een deel van de groep mee bamboeraften. Ondertussen bleven een moeder met haar dochters en Benjamin en ik bij de huisjes. We brachten onze ochtend door langs het water. Daarna wachtte we bij een punt op de anderen, die aan het raften waren. Dit duurde uiteindelijk langer dan gedacht, waardoor we nog ergens zijn gaan drinken. De rede dat ze later waren bleek, omdat zij onderweg ergens waren gaan drinken, in een dorpje langs het water. Samen gingen we hierna naar warmwaterbronnen. Dit hield een soort zwembadenpark in, wat op het eerste oog niet meer in gebruik leek; heel verlaten. Het eerste zwembad waar we in gingen had water van rond de 40 graden. Ik vond het heerlijk, maar Benjamin en Timon kozen liever voor het koudere bad. Er was nog een groot bad, die maar voor een deel gevuld was. Even waren we de enige bezoekers van het hele zwempark, maar later kwamen er toch ook wat anderen. Zo waren er op een gegeven moment kinderen in het half gevulde bad, waardoor mensen uit onze groep zich ook vrij voelden om daar even in te gaan. Deze avond aten we wel bij een restaurantje in de buurt. Het was een lokaal restaurantje en zeker niet zo luxe als waar we tot nu telkens gebracht waren. Het was prima eten en van mij hadden we best vaker wat meer lokaal mogen eten. Voor mijn gevoel werden we tot nu telkens bij de meest luxe restaurants in de omgeving gebracht. Dat is natuurlijk wel mooi en bijzonder om te zien, maar ik vind het ook wel leuk om wat meer het “normaal” van Indonesië te ervaren.

De dag erna stond een wandeltocht naar een waterval op de planning. Het was heerlijk om zo te wandelen. Behalve de nachtwandeling en de korte wandelingen naar de voedingsplekken hadden we nog geen wandeltochten gehad. Van mij hadden we meer wandelend af mogen leggen, omdat je de omgeving dan veel beter in je op kunt nemen. Omdat we telkens zo’n grote afstand af wilden leggen, moest alles wel met vervoer. Hier beleefden we de jungle te voet. We zagen mooie uitzichten. In de jungle waren verschillende plantages. De gids haalde bijvoorbeeld schors van een boom en vertelde dat wat er aan de binnenkant van het schors zat kaneel was. Zo rook het ook. Het wandelen was af en toe best uitdagend, dus hakte onze gids voor meerdere van ons een dikke bamboestok om mee te lopen. Het was zeker fijner lopen met stok. Er was een brug van bamboe waar je niet met meer dan 2 personen overheen mocht lopen. Eenmaal aan de overkant hiervan kwamen we aan bij de waterval. Hier heb ik heerlijk gezwommen, maar niet iedereen zag dit zitten. Timon en Benjamin vonden het ook fijner om aan de kant te blijven. Eenmaal weer bij het huisje zei Benjamin: “Dit is toch ons huis?” Hij had het er duidelijk ook naar zijn zin gehad. Helaas moesten we nu weer inpakken en terug naar het hotel in Banjarmasin.

Onderweg bezochten we nog een edelstenenmarkt. Deze markt bestond uit misschien wel 100 kraampjes met vergelijkbare producten. Naast edelstenen en sieraden met edelstenen waren hier ook andere dingen te koop, zoals kleding en tasjes. Zelf kocht ik er tasjes die hand gemaakt waren, in een dorp uit de omgeving, voor mijn 4 nichtjes en 1 voor een vriendin. Terwijl een broer van Timon en ik met de gids mee waren gelopen over de markt, wast Timon bij een speeltuin bij de parkeerplaats. Daar zag ik ze weer, vlakbij een treintje waar je tegen betaling in kon. Benjamin zijn nichtjes zaten hierin en het leek me ook wel leuk voor Benjamin. Ik besloot te vragen hoeveel het kostte. 10.000 zei de vrouw die er werkte. Nadat ik dit betaald had, hoorde ik van Timon dat zijn nichtjes voor 3000 per persoon in het treintje hadden gemogen. Het is blijkbaar maar net wat ze denken dat je ervoor over zult hebben.

We sliepen in hetzelfde hotel als 25 juli, op Banjarmasin. Bij aankomst belde ik mijn moeder, die deze dag jarig was. Bij haar was het nog midden op de dag, terwijl het bij ons avond was. Ze was blij verrast om ons nog even op haar verjaardag te kunnen spreken. Deze keer lieten we wel eten van het hotel op de kamer bezorgen. We bestelden 2 hamburgers en 3 keer friet en wat drinken. Het bleek echter zo dat bij de hamburger ook friet zat, dus hadden we veel te veel friet.

Terug naar de groep

Vrijdag 28 juli

Het was leuk geweest om even in een wat kleinere groep te reizen en we zagen er naar uit om weer als familie compleet te zijn. We hadden weer een lange reis voor de boeg. We stonden vroeg op, om weer even te kunnen zwemmen, voor we zouden vertrekken. Hierna ontmoette we elkaar bij de ingang van het hotel, waar toevallig live muziek werd gemaakt. Terwijl we wachtte om te vertrekken, nam ik Benjamin hier mee naartoe. Op een gegeven moment bood een van de muzikanten hem een tamboerijntje aan om met ze mee te doen. Dat vond hij in dit geval toch wat spannend. Met de tamboerijn in zijn hand, maar zonder muziek te maken heeft hij heel even tussen ze in gezeten.

We werden opgehaald en naar het vliegtuig gebracht. We zaten onze tijd uit, tot we het vliegtuig in konden en vlogen weer naar Surabaya. Hier werden we opgehaald om met een busje naar Bromo te rijden. Tegen avondeten tijd kwamen we hier aan. Een aantal familieleden bleek al in het restaurant te zijn aangeschoven. We begroette elkaar enthousiast en wisselden verhalen uit.